De strijd over een nieuwe Europese begroting is losgebarsten. Waar Nederland traditioneel gaat voor soberheid, is er in Brussel juist sprake van chronische geldhonger. Het Europees Parlement heeft woensdag de inzet voor onderhandelingen vastgesteld: een meerderheid wil meer, het liefst véél meer, geld spenderen.
Het huidige EU-budget, met een omvang van 1000 miljard euro, loopt pas in 2027 af. Maar de strijd over de nieuwe meerjarenbegroting barst nu al los. En het belooft vooral een stevig gevecht te worden tussen de 27 lidstaten die uiteindelijk unaniem akkoord moeten gaan. De onderhandelingen gaan naar verwachting ruim twee jaar duren.
De formele aftrap is deze zomer: de Poolse Eurocommissaris Piotr Serafin (Budget) legt dan een voorstel neer voor een nieuwe meerjarenbegroting. De huidige begroting is opgesteld voor zeven jaar, deze keer komt er mogelijk een budgetplan voor vijf jaar om beter te kunnen reageren op de rap veranderende omstandigheden in de wereld.
Het Europees Parlement moet aan het einde van de rit een oordeel vellen. In een poging om maximale invloed uit te oefenen wachten de volksvertegenwoordigers het plan van Serafin niet af: een meerderheid heeft zich woensdag al geschaard achter een inzet voor onderhandelingen.
Niet geheel verrassend: het Europarlement is uit op een veel hoger EU-budget. Een meerderheid wil af van het uitgavenplafond van maximaal 1 procent van het bruto nationaal inkomen van de 27 lidstaten. Dat is niet genoeg om het toenemende aantal crises en uitdagingen aan te pakken, vinden de Europarlementariërs.
Ook zou Brussel nieuwe eigen inkomsten – heffingen – moeten krijgen om de schuldenberg van meer dan 800 miljard euro van het coronaherstelfonds terug te betalen. „Als we dat niet doen zou 20 procent van het EU-budget moeten worden gebruikt voor de afbetaling”, waarschuwt parlementsvoorzitter Roberta Metsola.
Het Europarlement droomt ondertussen alweer van nieuwe gemeenschappelijke schulden voor bijvoorbeeld veiligheid en defensie. Het woord ’bezuinigen’ komt in de inzet niet voor.
Nettobetalers als Nederland, Zweden en Oostenrijk zullen gruwelen van deze opstelling. De coalitie van zuinige landen ziet ook dat de Europese Unie voor grote uitdagingen staat, maar wil dat Brussel andere keuzes maakt. In plaats van het financieren van verkeersrotondes in zwakkere regio’s wil VVD-minister Eelco Heinen (Financiën) liever dat het geld gebruikt gaat worden voor zaken die Europa écht sterker maken.
EU-uitgaven zijn altijd een gevoelig onderwerp in de Nederlandse politiek. Al sinds de jaren negentig is ons land nettobetaler. Volgens de laatste berekening van de Algemene Rekenkamer was Nederland in 2023 na Duitsland de grootste nettobetaler. Den Haag heeft 3 miljard euro meer betaald aan Brussel dan werd ontvangen.
Daar staat tegenover dat onze economie veel profijt heeft van de interne markt. Volgens het Centraal Planbureau ligt het Nederlands bruto binnenlands product structureel 3 procent hoger door dit handelsvoordeel.
De EU-contributie voor Nederland gaat door de groei van de economie sowieso omhoog. Als het uitgavenplafond wordt losgelaten, de inzet van het Europarlement, kan de afdracht spectaculair stijgen. Dat is tegen het zere been van de regeringscoalitie. PVV, VVD, NSC en BBB hebben als inzet afgesproken dat de Nederlandse bijdrage met 1,6 miljard euro minder stijgt dan nu voorzien is.
De Europarlementariërs van de coalitiepartijen zijn het dan ook niet eens met de inzet van het Europees Parlement. De PVV heeft zich verzet. „Men wil het geld voor allerlei volstrekt onzinnige zaken gebruiken die onze burgers niet ten goede komen en alleen maar geld kosten”, aldus PVV-Europarlementariër Auke Zijlstra.
NSC’er Dirk Gotink ziet het als een gemiste kans dat het Europarlement dit moment niet heeft aangegrepen om ’scherpe keuzes’ te maken. Hij is bovendien fel tegen eurobonds: „Meer schulden maken in combinatie met het uitblijven van hervormingen in landen als Frankrijk en Italië is een recept voor financiële instabiliteit. Bovendien betaalt de EU nu al meer aan rentelasten over de schulden dan dat we aan Erasmus-studenten uitgeven.”
VVD en BBB hebben zich onthouden van stemming. De liberalen vinden de oproep voor meer geld voor defensie en innovatie positief, maar kunnen zich niet vinden in een grotere begroting en mogelijke gezamenlijke leningen. „Dat er geen bereidheid is om prioriteiten te stellen is een zorgelijk uitgangspunt”, aldus VVD’er Anouk van Brug.
BBB-voorman Sander Smit is juist blij dat het Europarlement niet wil tornen aan de miljarden voor landbouw en regio’s. „Maar de eis voor extra EU-belastingen is voor ons onaanvaardbaar. Eerst moet de EU haar financiële huishoudboekje fatsoenlijk op orde brengen, zeker na de vernietigende kritiek van de Europese Rekenkamer op het coronaherstelfonds.”